Arturia – van software naar hardware

Het Franse bedrijf Arturia heeft sinds de introductie van Virtual Studio Technology oplossingen voor bekende digitale muziekinstrumenten in 1999 geleidelijk aan de overstap gemaakt van software naar hardware. Het bedrijf is sinds 2003 een bekende speler op het gebied van soft synths emulaties. Tijd voor de geschiedenis van Arturia – van software naar hardware, in een artikel dat eerder gepubliceerd werd via de website van Artigenda.

Lees meer: Arturia – van software naar hardware

Eerdere publicatie

Op 9 oktober 2024 verscheen dit artikel op de website van Artigenda. Dit artikel is via deze website daar nog te vinden, maar verwijst inmiddels naar deze locatie.

Het begin

Arturia werd opgericht in de Franse plaats Grenoble door Frédéric Brun en Gilles Pommereuil. Ze waren beide studenten aan de Institut polytechnique de Grenoble (INPG). De INPG is als hogeschool en onderzoeksinstituut onderdeel van de Université Grenoble-Alpes sinds 2016.

Zowel Brun als Pommereuil waren tijdens hun studie lid van l’Orchestre, het symfonieorkest van de INPG. Brun als violist en Pommereuil als dirigent. Vanuit hun voorliefde voor muziek, begonnen ze met het idee om analoge synthesizers van weleer een nieuw leven in te blazen. Dit wilden ze op een andere manier doen. Door ze aan te bieden als softwareoplossingen. Dus via de techniek van Virtual Studio Technology (VST). Doel hierbij was om de technologie aan te bieden aan een zo breed mogelijk publiek.

Wanneer je via The Internet Archive’s Wayback Machine een bezoek brengt aan de website van Arturia van 5 februari 2001, dan merk je dat er een andere website beschikbaar was op dat moment. Dat was er een die een softwarepakket aanbood onder de naam WebSTAR Server Suite. Die software werd aangeboden voor een heel ander doel en door een heel ander bedrijf (Star Nine Technologies/Blue World Communications). In 2003 werd duidelijk dat de domeinnaam Arturia.com inderdaad hoorde bij het Franse bedrijf, zoals te zien is via deze gearchiveerde versie van de website van 7 februari 2003.

Storm Music Studio en DAW’s

Het eerste serieuze project van Arturia bestond uit Storm Music Studio. Storm Music Studio, vaak afgekort tot Storm, was een door Arturia ontwikkelde DAW.

Storm Music Studio.

Een Digital Audio Workstation of DAW is software waarmee het mogelijk is om audio op te nemen, te bewerken, te mixen, te arrangeren en te mixen. Dit is voor tal van muzikanten en producers vandaag de dag een onmisbaar onderdeel van hun werkzaamheden. Dit is zelfs zo wanneer er geen gebruik gemaakt wordt van VST’s.

Een DAW stelt je in staat om:

  • Geluid op te nemen via externe instrumenten, een microfoon of andere geluidsbronnen.
  • Geluid of geluidsbronnen te bewerken, te knippen of op welke manier dan ook aan te passen.
  • Geluidsfragmenten zo aan te passen, dat er sprake is van een arrangement (het arrangeren).
  • Het mixen van verschillende soorten sporen, via balanceren, en het toevoegen van effecten.
  • Het masteren, zodat een eindproduct definitief wordt en de geluidskwaliteit afgestemd wordt op het doel waar dit eindproduct voor is bestemd.

Storm Music Studio wordt tegenwoordig niet meer actief aangeboden. Deze software behoort niet meer tot de core business van Arturia. Dat had te maken met het succes van andere aanbieders en met het succes van andere producten van Arturia. Dat waren de softwarematige oplossingen voor muziekinstrumenten. Wil je aan de slag met een DAW, dan kun je gebruik maken van een van de onderstaande opties:

Voor Apple Garage Band en Logic Pro geldt dat deze alleen beschikbaar zijn voor beperkte platforms (Mac). Voor alle andere software geldt dat deze voor meer dan een platform aangeboden wordt. Dat is dan niet beperkt tot slechts een besturingssysteem.

Minimoog V

In 2003 ging Arturia een samenwerking aan met Robert Moog, voor de ontwikkeling van de Modular V. Op de website wordt deze VST nog steeds aangeboden en omschreven als het instrument waarmee het allemaal begon. De claim mag overigens een beetje in twijfel worden getrokken, niet voor Moog. Voor Arturia dan. De eerste VST was inderdaad de Modular V. De eerste software die door Arturia verkocht werd was een DAW (Storm Music Studio). Op de website uit 2003 lees je dat de eerste release van de Modular V uitgebracht werd op 1 maart 2003. Meer hierover lees je in dit artikel. De prijs die destijds in rekening gebracht werd was aanzienlijk hoger dan nu.

Na de introductie van deze VST zouden meer van dit soort VST’s volgen. Arturia zorgde ervoor dat oude synthesizers die beperkt of beperkter toegankelijk waren zo op een makkelijkere manier te bereiken werden. Daarnaast was dit een goede manier om te bepalen of een synthesizer zou kunnen voldoen aan bepaalde verwachtingen. Nadeel was dan wel dat er overgegaan moest worden tot de aanschaf van software om iets te testen, alvorens er alsnog overgegaan moest worden tot de aanschaf van het echte model. In andere gevallen was dit helemaal niet mogelijk. Dan ging het om modellen die vanwege de prijs echt niet toegankelijk waren voor een breed publiek.

Zoals dit wel vaker het geval is met VST’s, gaat het om het maken van keuzes. Investeren in softwareoplossingen brengt voordelen met zich mee. Je hoeft geen keuzes te maken als het om fysieke ruimte gaat. Daar staat wel weer tegenover dat dit ook een investering kan vergen. Niet alleen als het om de aanschaf van die VST’s gaat. Het kan op den duur ook een investering vergen van apparatuur waarop of waarmee die technologie van VST’s mogelijk gemaakt moet worden. Daarnaast is niet iedereen fan van het gebruik van VST’s.

Wanneer je kijkt op YouTube, dan zijn er genoeg video’s waarop het onderwerp “Dawless” (zonder DAW) centraal staat. Men doet hetzelfde als dat men doet met VST’s, maar dan zonder DAW. Dus eigenlijk “gewoon” met echte apparatuur of apparatuur die bijvoorbeeld al vooraf is geprogrammeerd. Daarnaast worden daar wel echte synths gebruikt. Dit zijn allemaal keuzes die gemaakt worden en dat realiseerde men zich bij Arturia ook.

Hardware

Lange tijd ging het best goed met de VST’s van Arturia. Waar anderen juist begonnen met hardware, deed Arturia het precies andersom. Denk aan Moog, Korg en Roland.

De informatie over de Minibrute uit 2012.

De MiniBrute was de eerste analoge synthesizer van Arturia. Deze versie wordt inmiddels niet meer verkocht, de opvolger wel. Dan gaat het om de MiniBrute 2. De website van Arturia uit 2012, het jaar waarin de MiniBrute (1) geïntroduceerd werd, is niet altijd even goed opgeslagen via The Wayback Machine. Vooral de openingspagina liet nogal te wensen over. In april 2012 was de eerste versie van de MiniBrute voor het eerst beschikbaar via de website, zo valt via deze gearchiveerde pagina te lezen. Sinds die tijd is de prijs ongewijzigd (499 euro).

Direct na de introductie kreeg de MiniBrute lovende recensies vanwege de gebruikersvriendelijke interface en krachtige, analoge klank. Ook de prijs werd door velen als aantrekkelijk genoemd.

Van deze MiniBrute is ook een soft synth emulatie beschikbaar. Dat is de MiniBrute V.  Deze VST kan in iedere DAW gebruikt worden. Dit is overigens geen must, want de MiniBrute V kan ook functioneren als standalone applicatie.

KeyStep en MiniLab

Na de introductie van de MiniBrute volgden de MicroBrute, MatrixBrute en nog een serie van synths, met elk een uniek geluid. Om tegemoet te komen aan de wens voor het beschikbaar maken van vooral oudere en meer beperkte digitale instrumenten, ging Arturia ook daarmee door. Waarbij de KeyStep serie en de MiniLab serie een must zijn voor iedereen die wil gaan werken met een DAW en VST’s. Vooral de laatste is een alternatief voor een andere, zeer populaire midi controllers. Dat zijn de AKAI keyboards. Dan gaat het in het bijzonder om de AKAI MPK Mini Plus en de AKAI MPK Mini. Er zijn meer vergelijkbare alternatieven, van concurrenten overigens.

Het verschil tussen de KeyStep serie en de MiniLab serie is dat het in beide gevallen gaat om een midi controller en alleen bij de KeyStep gaat om een sequencer. De KeyStep heeft meer toetsen en de sequencer is geschikt om melodieën en ritmes vast te leggen. Je kunt tot 64 noten opnemen en deze vervolgens vastleggen in één sequentie en deze vervolgens afspelen.

Daarnaast is de KeyStep uitgerust met een ingebouwde arpeggiator (arp) met verschillende modus en variaties, waardoor het mogelijk is om een variatie aan arpeggio’s te creëren.

Samen met de MiniLab midi controller beschikt ook de KeyStep over modulatiewielen en een pitch-bend controller. Het spreekt voor zich dat beide apparaten naadloos integreren met de bekendste DAW’s. Het oplossen van het gebrek van functionaliteit van het opnemen bij de MiniLab zou je op kunnen lossen door de aanschaf van een ander apparaat, een midi controller met faders. Bijvoorbeeld de AKAI APC Mini, mits je niet zo merkvast bent. Er zijn ook andere oplossingen. Van andere bekende merken.

De MiniLab van Arturia is een compacte midi controller, die beschikt over drumpads, draaiknoppen en faders. Het voordeel is dat je er geen aparte stroomkabel voor nodig hebt. Een USB-C kabel naar je computer is voldoende.  De MiniLab heeft minder toetsen, 25.

Ten opzichte van andere midi controllers heeft de MiniLab een groot voordeel. Dat is de aanwezigheid van zowel een USB-poort als een MIDI-out poort. Ook beschikt de MiniLab over een aansluiting voor een sustain pedal.

Software

Net zoals dit voor de meeste midi producten van toepassing is, ontvang je bij de aanschaf van een midi controller licenties voor software of korting bij de aanschaf van (externe) software.

V-serie en Analog Lab

Hoe maak je nu onderscheid wat “echt” is en wat niet “echt” is? Kortom, hoe onderscheid je wat een VST is en wat niet? Soms lijken de prijzen je te misleiden. Neem nu de prijs voor Analog Lab V. De volledige prijs voor Analog Lab V is 599 euro. Het onderscheid wordt gemaakt met de letter V. Dan is er nog Analog Lab dat een verzameling is. Een soort bibliotheek, waarbij je de keuze hebt uit verschillende opties. 

Analog Lab V

De gratis versie van Analog Lab is beschikbaar als Analog Lab Play. Deze versie is gelimiteerd tot maximaal honderd instrumenten. Wil je liever meer instrumenten tot je beschikking hebben, dan zijn er uitgebreidere versies. De volgende versies zijn beschikbaar.

  • Analog Lab Play met 28 instrumenten en 100 presets.
  • Analog Lab Intro met 28 instrumenten en 500 presets.
  • Analog Lab Pro met alle instrumenten en meer dan 2.000 presets.
  • V-Collection met alle instrumenten en meer dan 9.000 presets.

Analog Lab Play en Analog Lab Intro zijn de basisversies. Ze zijn gelimiteerd en wil je meer functionaliteit, dan kies je voor een betaalde versie. Naast de genoemde instrumenten en presets, krijg je nog aanvullende opties. Bij de Analog Lab V Collection zijn dat extra instrumenten, die normaal gesproken als losse VST’s aangeboden worden. Deze komen voor een deel overeen met de titels zoals aangeboden voor Analog Lab Pro, wat enigszins verwarrend is.

Afhankelijk van ontwerpers

Waar je rekening mee moet houden en wat mogelijk voor enige teleurstelling kan zorgen is dat Analog Lab (ongeacht de versie) anders zal functioneren als VST’s die je download via andere bronnen. Je bent in sommige gevallen echt afhankelijk van wat de ontwerpers ervan gemaakt hebben. Sommige ontwerpers hebben zich vrij strikt gehouden aan hoe een instrument zich verhoudt en wat het doet. Anderen hebben er een eigen “draai” aan gegeven. Dat is iets waarmee je rekening moet houden als het gaat om de presets. Presets zijn dus vooraf ingestelde instrumenten.

Een deel van de ontwerpers in Analog Lab V.

Dit hoeft geen probleem te zijn, want je kunt zelf ook veel instellen. Bovendien zijn er gratis bronnen te vinden die je in staat stellen om presets te importeren in Analog Lab. Het is alleen de vraag of je daarmee echt “klaar” bent of niet.

Heb je misschien meer aan een echt VST-bestand of niet? Je kunt een keuze maken om een VST-bestand aan te schaffen via de website van Arturia die ook opgenomen is in Analog Lab. Een VST waarvan je weet dat die niet zo ingesteld is als in Analog Lab. Of je daarmee uiteindelijk goedkoper uit bent is natuurlijk de vraag.

In bepaalde gevallen wel. In sommige gevallen ben je nu eenmaal met VST-bestanden goedkoper uit, zelfs wanneer je daarvoor moet betalen en zelfs wanneer je daarvoor een investering moet doen in hardware (computer, laptop, geluidskaart, midi controller etc.). Zelfs dan ben je nog steeds goedkoper uit. Bovendien is er nog steeds zoiets als beschikbaarheid. Een goed voorbeeld is de oplossing van Arturia voor de Yamaha CS-80.

Yamaha CS-80

Schermafdruk van de website van Arturia.

Een van de VST’s op de website van Arturia is de CS-80 V. Dit is een soft synth emulatie van de legendarische Yamaha CS-80. Deze synthesizer zal je niet snel terugvinden op Marktplaats. Op de website Reverb is de synthesizer die in 1977 geïntroduceerd werd wel terug te vinden. Voor deze synthesizers betaal je een prijs vanaf ongeveer 30.000 euro. Prijzen vanaf 40.000 of 50.000 euro zijn eigenlijk heel gangbaar.

De CS-80 was in alle opzichten een bijzonder instrument. Dit was een van de meest vooraanstaande polyfone analoge synthesizers die ooit is gemaakt, volgens kenners. Hiermee was het mogelijk om acht noten tegelijk te spelen (8-stemmig polyfonie).

Het is natuurlijk lastig om te bepalen of je de tegenwoordige of verleden tijd moet gebruiken als het om de CS-80 gaat. De kans is groot dat velen een fysieke CS-80 nooit gaan bespelen. Vandaar dat een verleden tijd logischer is. Daarom is het logischer om het te hebben over hoe de CS-80 gebruik maakte van analoge subtractieve synthese, waarbij geluiden gevormd werden door het filteren van een rijke golfvorm.

De synthesizer beschikte over 22 presets en vier geheugenplaatsen voor het opslaan van aangepaste geluiden. Wat de CS-80 uniek maakte voor die tijd was de aanwezigheid van de ribbon controller, waarmee pitch-bends en glissando’s uitgevoerd konden worden.

Gewild instrument

Het werd een gewild instrument voor onder andere Vangelis (29 maart 1943 – 17 mei 2022), David Bowie (8 januari 1947 – 10 januari 2016), Jean-Michel Jarre, Brian Eno, Kate Bush en Stevie Wonder. Dat waren artiesten uit een bepaalde periode. In meer recente tijden waren het Tori Amos, Daft Punk, Röyskopp, Empire of the Sun en Coldplay.

Heel lang werd de CS-80 niet geproduceerd en veel modellen werden er niet van gemaakt. De CS-reeks was overigens niet alleen beperkt tot dit model. Ook de CS-50 en CS-60 scoorden erg goed. Niet zo goed als de CS-80. Toen nog kon de Prophet-5, waarvan de eerste versie geïntroduceerd werd in 1978 door Sequential Circuits, goed concurreren met de CS-80 vanwege een aantal belangrijke pluspunten. Als eerste was deze synthesizer makkelijker te vervoeren. Ook kon het complete interne geheugen opgeslagen worden op een compact cassette, waardoor een backup gemaakt kon worden. Bovendien hoefde je een apparaat niet mee te nemen naar een andere locatie. Dan was er nog een andere mogelijkheid, door de omvang. Dat was het stapelen.

Omdat de Prophet-5 aanzienlijk goedkoper was dan de CS-80, was deze synthesizer er voor een breder publiek. De laatste versies van de synthesizers zouden in 1984 verkocht worden.

Ook voor deze synthesizer geldt dat er een VST is geproduceerd door Arturia. Dat is de Prophet-5 V. De CS-80 is door Arturia als VST beschikbaar als CS-80 V.

Bridge

Ben je met een VST voor de Yamaha CS-80 goedkoper uit? Dat ligt eraan. Er zijn namelijk ook gratis alternatieven. Neem nu de Arminator. Dat is alleen een 32-bits VST. Zonder een softwarematige aanpassing zal niet iedere DAW deze VST kunnen uitvoeren. De software van Steinberg zal hiermee geen problemen ondervinden. Ableton Live zal hiermee wel een probleem ondervinden en daarom is een Bridge nodig. Daar lees je meer over in dit artikel via de Knowledge Base van Ableton.

Uiteindelijk moet je de vraag stellen hoever je wilt gaan om gratis VST’s te gebruiken. Hoe ouder die VST’s zijn, hoe groter de kans zal zijn dat ze mogelijk niet goed meer gaan werken met nieuwere versies van je DAW. Daar moet je altijd goed over na denken. Een meer recente versie van een VST of een versie via een aanbieder die de VST’s voorziet van een regelmatige update zorgt ervoor dat je kunt vertrouwen op een stabiele versie. Daarmee is overigens niet gezegd dat je nooit zou moeten kiezen voor gratis VST’s.

Arturia heeft op dit moment een gratis programma beschikbaar en dat is Analog Lab. Dat is zeker de moeite waard om uit te proberen. Zeker om te bekijken of de oplossingen van Arturia geschikt zijn. Of je nu bij Analog Lab blijft of kiest voor een van de VST’s of niet.

Benieuwd naar alle producten van dit Franse bedrijf, dan bekijk je deze pagina.

Deel je liefde