Search
Close this search box.

Herdenkingsdag voor alle slachtoffers van chemische oorlogsvoering

Datum

donderdag 30 november 2023
Verlopen

Tijd

Hele dag

Locatie

Wereldwijd
Wanneer: jaarlijks, 30 november.

Sinds 2005 is er de Herdenkingsdag voor alle slachtoffers van chemische oorlogsvoering (Engels: Day of Remembrance for all Victims of Chemical Warfare). De dag is een eerbetoon voor alle slachtoffers van oorlogsgeweld door toedoen van chemische wapens wereldwijd en benadrukt het stoppen van het gebruik van chemische wapens tijdens conflicten en oorlogen.

Herkomst

De dag kreeg gestalte op 11 november 2005 door een voorstel van Rogelio Pfirter, directeur van de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW). Deze organisatie is erop gericht om het gebruik van chemische wapens uit te bannen. Het hoofdkantoor van deze organisatie is gevestigd in Den Haag. Deze organisatie kreeg in 2013 de Nobelprijs voor de Vrede toegekend voor haar werkzaamheden. Ondanks de inspanningen is het niet gelukt om het gebruik van chemische wapens uit te bannen.

Het gebouw van het OPCW in Den Haag.
Het gebouw van het OPCW in Den Haag.
Bron: Wikimedia Commons.

Ondanks het bestaan van deze dag, worden chemische wapens nog steeds ingezet. Chemische wapens valt onder chemische oorlogsvoering en hierbij worden chemische stoffen ingezet als wapens. Denk aan nucleaire wapens, radiologische wapens en biologische wapens. Het gaat allemaal om massavernietigingswapens. Ze zijn niet allemaal gericht op het vernietigen of uitschakelen van militaire doelwitten. In heel veel gevallen worden burgerdoelwitten getroffen door die massavernietigingswapens. Bovendien gaat er alleen al door het bezit van dit soort wapens een bepaalde dreiging uit.

Verdragen

Officieel is het gebruik van dit soort wapens verboden op basis van het internationaal humanitair recht op basis van het Protocol van Genève (1925) en de Haagse Verdragen van 1899 en 1907. Daarnaast is sinds 1993 het Vedrag chemische wapens (Convention on the Prohibition of the Development, Production, Stockpiling and Use of Chemical Weapons and on Their Destruction of Chemical Weapons Convention (CWC)) van kracht. De OPWC moet toezien op het naleven van dit laatste verdrag. Initieel ondertekenden 165 landen dit verdrag, later sloten nog meer landen zich aan en dat zorgde ervoor dat er uiteindelijk 193 landen mee deden. Niet ieder land deed mee aan het verdrag. Dit geldt voor:

  • Egypte.
  • Israël.
  • Noord-Korea.
  • Zuid-Soedan.

Israël

Aanvankelijk leek het erop dat Israël het verdrag wel zou ondertekenen. Nadat duidelijk werd dat ook inspecties toegelaten moesten worden tot het Negev nucleair onderzoekscentrum in de buurt van Dimona, besloot de Israëlische regering niet over gaan tot ratificatie.

Syrië

Dat een handtekening onder het verdrag niet alles zegt toont de inzet van chemische wapens in de oorlog in Syrië aan. In dit land zijn meerdere keren chemische wapens ingezet, ondanks dat het land overging tot acceptatie van het verdrag.

Palestina en Vaticaanstad

Op de lijst met deelnemende staten zijn ook de landen Palestina en Vaticaanstad opgenomen. Formeel hebben deze staten de status van waarnemer binnen de Verenigde Naties. Toch staan deze staten vermeld op de lijst met deelnemende staten. In het geval van Vaticaanstad is dit bijzonder, want het land kent geen eigen leger, afgezien van de Zwitserse Garde. De Zwitserse Garde is, in tegenstelling tot wat sommigen denken, een professioneel mini-leger. De gardisten hebben allemaal een militaire opleiding gevolgd en dragen wapens (verborgen in hun kleding). Daarnaast wordt het Vaticaan bewaakt door veiligheidsfunctionarissen en de Vaticaanse gendarmerie. Alleen dat is iets anders dan een professioneel leger, dat zou kunnen beschikken over massavernietigingswapens.

Als het om de Palestijnen gaat, dan gaat het om de Palestijnse Autoriteit. In 2013 veranderde de Palestijnse Autoriteit de naam naar de Staat Palestina. De Palestijnse Autoriteit werd opgericht als gevolg van de Oslo-Akkoorden (1994). De Palestijnse Staat of de Palestijnse Autoriteit heeft veiligheidsdiensten van in totaal 45.000 man. De Tweede Intifada (2000 – 20005) zorgde ervoor dat het verboden werd voor deze veiligheidsdiensten om wapens te dragen tot aan 5 augustus 2004. De wapenuitrusting van deze veiligheidsdiensten is sinds die tijd niet verbeterd.

Recente historie

Chemische wapens worden nog niet heel lang ingezet tijdens conflicten en oorlogen. Er is sprake van een recente historie wanneer het gaat om het op grote schaal inzetten van dergelijke wapens. Pas vanaf de negentiende eeuw werden de wapens op grotere schaal ingezet. De belangrijkste ontwikkelingen vonden plaats in de Eerste Wereldoorlog. Zelfs nadat er internationale afspraken gemaakt waren over het inzetten van chemische wapens. Denk dan aan bijvoorbeeld de Eerste Wereldoorlog (chloorgas, mosterdgas) en de Vietnamoorlog (Agent Orange).

De inzet van gifgas door Franse troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De inzet van gifgas door Franse troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Let op, dit beeld is achteraf aangepast. In het midden ontbreken een rij bomen en sommige elementen komen meerdere keren voor. Bron afbeelding: Wikimedia Commons.
Deel van de originele foto.
Deel van de originele foto. Bron: Wikimedia Commons. Naar een foto van National Archives Catalog.

Traangas

In de meeste beschrijvingen die over de inzet van gifgas tijdens de Eerste Wereldoorlog gaan heeft men het vaak over de inzet van het chloorgas. Het klopt dat dit gas tijdens de oorlog ingezet werd. Alleen was dit niet het enige gifgas dat ingezet werd. Zo werd ook gebruik gemaakt van traangas. De impact van dit gas had minder ingrijpende gevolgen, want dit leidde tot irritatie. Het leidde niet tot de dood of invaliditeit.

Traangas werd al in een vroeg stadium van de oorlog ingezet door de Franse troepen (augustus 1914). Men gebruikte hiervoor 26 mm. granaten gevuld met ethylbromoacetaat. Vanwege de schaarste werd later gekozen voor een ander middel, het chlooraceton.

In oktober 1914 besloten ook de Duitsers hun toevlucht te zoeken tot dergelijke granaten. Dit deden ze tijdens de gevechten bij Neuve Chapelle.

Vanaf 1915: dodelijke chemische wapens

Waar traangas leidde tot irritatie, was dat anders vanaf januari 1915. De 18.000 Duitse granaten gevuld met xylylbromide werden afgevuurd op Russische soldaten bij de Slag bij Bollimów (14 januari – 28 februari 1915). Het was alleen maar dankzij het koude winterweer dat de dodelijke impact geringer was. Bovendien de wind zorgde ervoor dat de dampen die wel vrijkwamen teruggeblazen werden richting de Duitse stellingen.

Het chloorgas bleek een veel beter middel te zijn. Daarmee had men al ervaring opgedaan. Vermoedelijk door een onzorgvuldigheid tijdens het vermelden van het succes met dit chemische wapen ontstond verwarring over de inzet van het chloorgas. De datum moest niet 2 januari 1915 zijn, maar 2 januari 1916 zijn. Dat is logisch, want de eerste logische vermelding van chloorgas is die van 22 april 1915.

Chloorgas

De Duitsers zetten het chloorgas in tijdens de Tweede Slag om Ieper en die vond plaats in 1915. Op 22 april werden de Frans-Algerijnse en Canadese troepen eerder hevig bestookt met gewone granaten. Later zagen die troepen hoe de Duitsers vanaf hun stellingen lange pijpen boven de loopgraven uitstaken. Even na vijf uur in de middag dreven de wolken van chloorgas richting de andere kant van het front. Dit zorgde ervoor dat er een gat in dit front ontstond ter grootte van ongeveer ongeveer zeven kilometer. Dit gas zorgde ervoor dat slijmvliezen aangetast wordt. Denk dan onder andere aan longen en luchtwegen. Dit kan leiden tot verstikking. De Duitsers vonden dit alles geoorloofd, want de verdragen over de inzet van chemische wapens zouden alleen het verbod op granaten hebben geregeld. Ze zouden het gas nog drie keer inzetten: op 24 april, 2 mei en 5 april. Ook in het oosten werd het gas ingezet tegen de Russen.

Niet alleen de Duitsers maakten gebruik van dit chloorgas. Ook de Geallieerden zouden gebruik gaan maken van dit massavernietigingswapen. Dat niet alleen, er werden ook andere chemische wapens ingezet. Denk aan fosgeen (bedacht door Franse wetenschapppers), kleurloos en bijna onmogelijk te detecteren. Dit gas werd bekend als de iWitte Ster. Dit gas was eigenlijk nog dodelijker dat het chloorgas. Juist vanwege het feit dat het onzichtbaar was en omdat na blootstelling men dacht gewoon door te kunnen gaan. Binnen 24 uur zouden de soldaten die eraan blootgesteld zijn slachtoffer worden.

In 1917 werd het mosterdgas geïntroduceerd, dat vernoemd werd naar de Derde Slag bij Ieper. Vandaar de naam Yperite. Dit zou uiteindelijk het chemische wapen worden dat het meest ingezet werd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Verantwoordelijk voor de productie waren de Duitsers. Op 12 juli introduceerden ze het gas. Hoewel mosterdgas niet dodelijk hoeft te zijn (alleen in een zeer hoge dosis), zorgt dit er wel voor dat na blootstelling ernstige gezondheidsschade optreedt. Wat niet hielp: nadat de granaten ontploft waren waarin het mosterdgas zich bevond kon het dagen, weken en soms wel maanden duren voordat het gebied vrij was van het gas. Dat was afhankelijk van de weersomstandigheden.

Het duurde lange tijd voordat de andere strijdende partijen hun eigen versies hadden ontwikkeld van het mosterdgas. Toen dit zover was, kon het ook door deze partijen ingezet worden.

Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog was het aantal slachtoffers van het gifgas opgelopen tot meer dan een miljoen personen. Onder deze slachtoffers bevonden zich mogelijk meer dan 250.000 burgerslachtoffers. Daarmee was het niet afgelopen, want tussen de twee Wereldoorlogen werd regelmatig gebruik gemaakt van gifgas om conflicten de kop in te drukken. In Azië was het Japan dat chemische wapens inzette om hun opmars in dit deel van de wereld mogelijk te maken.

Zyklon B

Een andere toepassing die ook gerekend mag worden tot de categorie massavernietigingswapens is de ontwikkeling van het gifgas Zyklon B. Officieel was dit een pesticide dat voor de oorlog was ontwikkeld. Het was de opvolger van Zyklon A, wederom een pesticide, met methylcyanoformiaat als werkzaam component. Op basis van het Verdrag van Versaille (1919) was de productie van methylcyanoformiaat verboden, omdat het mogelijk was om hier gifgas van te maken.

Zyklon B was al voor de oorlog bekend als pesticide/bestrijdingsmiddel. Dat was initieel ook de bestemming, namelijk het ontluizen. Experimenten in 1941 in Auschwitz I (september 1941) leidden ertoe dat Zyklon B uiteindelijk ingezet werd om mensen te doden. Het hoofdbestanddeel bestaat uit waterstofcyanide (blauwzuur). Dit is een vluchtige vloeistof, die ook wel bekend is onder de naam blauwzuur. De inhoud van de blikken Zyklon B bevatten houtpulp dat geïmpregneerd was met deze waterstofcyanide, een stabilisator en een geurstof (ethylbroomacetaat). Zodra de blikken geopend werden, kwam de damp van waterstofcyanide (blauwzuur) vrij. De gevolgen ervan zijn bekend. Ze staan beschreven in geschiedenisboeken. Er zijn documentaires en films over gemaakt.

Verantwoordelijk voor het produceren van Zyklon B waren de bedrijven Degesch en Tesch & Stabebow. De ontwikkeling ervan vond plaats in 1922 door het bedrijf Degesch. Als persoon die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling wordt Walter Heerdt (9 maart 1888 – 2 februari 1957) genoemd. Hierbij verfijnde hij het dure middel dat was ontwikkeld door Ferdinand Flury (21 juni 1887 – 6 april 1947) en Albrecht Hase (16 maart 1882 – 20 november 1962) met de naam Zyklon A (of Zyklon). Om het verbod van de Geallieerden te omzeilen, ontwikkelde hij samen met Bruno Tesch (14 augustus 1890 – 16 mei 1946) Zyklon B, dat niet als dusdanig verboden kon worden. De twee kregen ruzie, vandaar dat uiteindelijk twee bedrijven Zyklon B gingen produceren. Daar had een ander bedrijf, door een aanzienlijk belang in een van de bedrijven, een belangrijk aandeel in. Eigenlijk kon je niet om dit bedrijf heen.

In nazi-Duitsland had een bedrijf eigenlijk het volledige monopolie op de chemische industrie in handen. Dat was het bedrijf Interessen-Gemeinschaft Farbenindustrie AG. Dit bedrijf is beter bekend als IG Farben. Dit bedrijf besloot dat het Deutsche Gesellschaft für Schädlingsbekämpfung mbH, ook wel bekend als Degesch aan het ene deel van Duitsland Zyklon B zou leveren. Tesch & Stabenow (ook wel bekend als Testa) zou weer in een ander gebied leveren. Op deze manier was men ervan verzekerd dat er altijd voldoende voorraad was van het vernietigingsmiddel.

Het gebruik van Zyklon B toont aan dat het gebruik van massavernietigingswapens niet gebonden is aan een oorlog.

Noord-Jemenitische Burgeroorlog

Tijdens de Noord-Jemenitische Burgeroorlog (1962 – 1970) is op meerdere momenten gebruik gemaakt van gifgas. De eerste keer werd op 8 juni 1963 gebruik gemaakt van gifgas, waarbij tenminste honderd mensen in het noorden van Jemen om het leven kwamen. Twaalf anderen raakten gewond. Twee jaar later waren er opnieuw meldingen van het inzetten van gifgas. Deze meldingen intensiveerden naarmate de oorlog vorderde. Op 5 januari 1967 was de grootste aanval waarbij chemische wapens ingezet werden. 270 mensen kwamen om het leven en nog eens 140 mensen raakten gewond bij een bombardement op Kitaf. Hoewel er een onderzoek werd ingesteld, was het voor de Verenigde Naties onmogelijk om een schuldige partij aan te wijzen. Vermoedelijk was het ware doelwit het hoofdkwartier van prins Hassan ibn Yahya (18 juni 1908 – 13 juni 2003). Wanneer dit het geval was, dan zou de verantwoordelijke partij Egypte zijn geweest. De Egyptische regering beschuldigde alleen de Amerikaanse en Britse regering van bemoeienis. Zelfs na deze gebeurtenissen gingen de aanvallen met gifgas door, waardoor uiteindelijk in totaal naar schatting 1.500 mensen om het leven kwamen en naar schatting een zelfde aantal mensen gewond raakten.

Agent Orange

Vliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht boven Vietnam bezig met de verspreiding van Agent Orange.
Vliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht boven Vietnam bezig met de verspreiding van Agent Orange.
Bron: Wikimedia Commons.

Hoewel de gebeurtenissen in Jemen verschrikkelijk waren, valt dit in het niet bij het het gebruik van het ontbladeringsmiddel Agent Orange tijdens de Vietnamoorlog. Dit middel werd tussen 1961 en 1971 ingezet. De naam is een verwijzing naar de oranje vaten waarin het van oorsprong bestrijdingsmiddel werd vervoerd. Nog altijd heeft de inzet van dit middel verstrekkende gevolgen voor inwoners van Vietnam.

De inzet van Agent Orange valt onder de zogeheten Herbicidal warfare. Vertaal je dit naar het Nederlands, dan is er sprake van herbicide oorlogsvoering of een kruidverdelgende oorlogsvoering. Dit is alles behalve onschuldig. Niet in de eerste plaats omdat hiermee complete ecosystemen vernietigd worden. Daarnaast omdat dit een verwoestende impact heeft op mens en dier. Niet alleen voor de personen die letterlijk direct geraakt worden, maar ook voor opvolgende generaties. Sporen van dioxide, in het bijzonder het zeer giftige 2,3,7,8-tetrachloordibenzo-p-dioxine, zijn gevonden in het mengsel dat boven delen van Vietnam is verspreid. Bij mensen en dieren veroorzaakt blootstelling tijdens zwangerschap onder andere botafwijkingen, nierfalen en een vermindering van het immuunsysteem. Bij directe blootstelling kan dit chlooracne veroorzaken. 10 mg. van 2,3,7,8-tetrachloordibenzo-p-dioxine is al dodelijk voor een mens. In Agent Orange was er overigens sprake van een sterk verdunde versie en dus een bijproduct. Dat maakte de gevolgen niet minder erg.

De schatting die de regering van Vietnam naar buiten bracht gaat uit van ongeveer vier miljoen mensen die blootgesteld zijn aan Agent Orange. Het Vietnamese Rode Kruis ging uit van een miljoen mensen die blijvende gezondheidsschade overhielden aan de inzet van Agent Orange. De Amerikaanse regering heeft deze cijfers altijd bestempeld als onbetrouwbaar. Tegelijkertijd heeft men wel gezien dat er sprake was van gevallen van leukemie en Hodgkin-lymfoon bij betrokken militairen. Ook was er sprake van geboorteafwijkingen bij kinderen van militairen die gediend hadden in Vietnam en betrokken waren in gebieden waarin de chemische stof was ingezet.

Het doel was om bossen te ontbladeren. Dit was dan ook het doel waarvoor het middel werd ontwikkeld. De productie werd uitgevoerd door Dow Chemical Company, Monsanto Company, Diamond Shamrock Corporation, Hercules Inc., Thompson Hayward Chemical Co., United States Rubber Company (Uniroyal), Thompson Chemical Co., Hoffman-Taff Chemicals, Inc. en Agriselect.

Resolutie 31/72 werd door de Algmene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen op 10 december 1976 als reactie op de inzet van wapens als Agent Orange. Het was een oproep aan alle staten om dit soort middelen te heroverwegen, gezien de effecten op het milieu. Men omschreef dit als “milieumodificatie.” Want dat is ook wat er gebeurde. Een ongeoorloofde modifcatie van het milieu. Maar liefst 31.000 vierkante kilometer bos werd ontbladerd. Biodiversiteit werd daarmee ernstig bedreigd en kwetsbare ecosystemen werden weggevaagd. Eigenlijk mag je gewoon spreken van ecocide.

Irak

Berucht om het gebruik van chemische wapens in de jaren tachtig was Irak. Saddam Hoessein (28 april 1937 – 30 december 2006) heeft op meerdere momenten de opdracht gegeven voor de inzet van chemische wapens:

  • 11 maart 1985, tijdens de oorlog tegen Iran – Qurna, Irak – sarin (zenuwgas), mosterdgas, 7.500 doden.
  • 9 januari 1986, tijdens de oorlog tegen Iran – Shalamcheh, Iran – mosterdgas, 90 doden.
  • 16 maart 1988, tijdens de oorlog tegen Iran/Koerden – Halabja, Irak – sarin, mosterdgas, 5.000 doden.

Syrië

De Syrische regering heeft het verdrag ondertekend waarmee het land zich verplicht om geen chemische wapens meer in te zetten. Desondanks besloot het land om op de volgende momenten chemische wapens in te zetten tegen de eigen bevolking:

  • 21 augustus 2013, Ghouta – sarin, 1.729 doden.
  • 4 april 2017, Khan Shaykhun – sarin, 92 doden.

Andere manier

Chemische wapens kunnen ook op een andere manier ingezet worden. Om mensen uit te schakelen, al dan niet tijdelijk. Denk dan aan de poging om het Doebrovkatheather in 2002 te ontzetten. Een andere manier waarop chemische wapens ingezet kunnen worden is een aanslag zoals die in 1995 gepleegd werd in Tokyo.

  • 20 maart 1995, Tokyo, Japan – sarin – ingezet door Aum Shinrikyo (Aoum) tijdens een aanslag op de metro van Tokyo. Hierbij vielen dertien doden en raakten nog eens 5.500 personen gewond.
  • 26 oktober 2002, Moskou, Rusland – carfentanil (narcotische pijnstiller) – ingezet door FSB/SVR of GROe (inlichtingendiensten) tijdens de gijzeling in het Doebrovkatheather. Hierbij vielen 170 doden en raakten meer dan 700 personen gewond. 39 terroristen werden gedood, 129 gijzelaars werden gedood, volgens de lezing.
  • 1 november 2006, Londen, Verenigd Koninkrijk – polonium-210 (isotoop), Aleksandr Litvinenko (4 december 1962 – 23 november 2006) was een voormalig medewerker van de Russische veiligheidsdienst die in het Verenigd Koninkrijk vergiftigd werd. Hij overleefde de aanslag niet. De aanslag werd al snel in verband gebracht met de Russische veiligheidsdienst. Litvinenko was betrokken bij een onderzoek naar de daders van de moord op journaliste en mensenrechtenactiviste Anna Politkovskaja die op 7 oktober 2006 werd vermoord (waarschijnlijk ook door leden van de Russische veiligheidsdienst).
  • 13 februari 2017, Kuala Lumpur – VX (zenuwgas) – ingezet door de geheime dienst van Noord-Korea, waarbij Kim Jong-nam (10 mei 1971 – 14 februari 2017) om het leven kwam (een dag later overleed hij als gevolg van vergiftiging). Kim Jong-nam was de oudste broer van Kom Jong-Il (16 februari 1942 – 17 december 2011) en halfbroer van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un.
  • 4 maart 2018, Salisbury, Verenigd Koninkrijk – novitsjok (zenuwgif) – Sergej Srkipal en Joelia Skripal worden vergiftigd door leiden van de Russische geheime dienst. De twee overleven de aanslag. Andere personen in hun omgeving en omstanders zouden uiteidelijk ook ziek worden, een persoon kwam te overlijden.
  • 20 augustus 2020, Tomsk, Rusland – novitsjok – Aleksej Navalny, tegenstander van Vladimir Poetin, wordt vergiftigd met het zenuwgas en overleefd de aanslag ternauwernood. Hij moet uiteindelijk in Duitsland behandeld worden.

Niet alleen beperkt tot oorlogen

Op 30 november is het de Herdenkingsdag voor alle slachtoffers van chemische oorlogsvoering. Formeel gezien herdenken we alleen de slachtoffers van oorlogsvoering. Alleen dit alles laat zien dat chemische wapens niet alleen beperkt zijn tot oorlogen. Daarom zou de dag wellicht in het teken moeten staan van alle slachtoffers van chemische- of massavernietigingswapens.

Meer informatie

De Verenigde Naties hebben voor deze dag een website beschikbaar gesteld met informatie over deze dag. De website is hier te vinden.

Tijd

  • Tijdzone: America/Los_Angeles
  • Datum:woensdag - donderdag 29 - 30 november 2023
  • Tijd: Hele dag
Categorie

Organisator

United Nations/Verenigde Naties
Website
https://www.un.org/en/